Vertalingen detailhandel NL>FR
de detailhandel
zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak: | [deˈtajhɑndəl] |
winkels die producten verkopen aan de consumenten -
commerce de détail (le ~) De detailhandel koopt goederen in bij een groothandel. - Le commerce de détail s'approvisionne chez des grossistes. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de detailhandel (m) | commerce de détail (m) ; petit commerce (m) |
de detailhandel | le magasin |
detailhandel | commerce de détail ; le détaillant ; distribution de détail ; secteur de la distribution ; vente au détail |
Bronnen: interglot; ICT-Woordenboek; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `detailhandel`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: kleinhandel