Vertalingen circuit NL>FR
het circuit
zelfst.naamw.
| Uitspraak: | [sɪrˈkwi] |
| Verbuigingen: | -s (meerv.) |
1) ronde baan voor wedstrijden -
circuit | wielercircuit - vélodrome |
2) groep van bij elkaar horende mensen -
(petit) monde (le ~) | het circuit van bekende Nederlanders - le petit monde des peoples aux Pays-Bas |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| het circuit | circuit (m) ; piste (v) |
| circuit | terne |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `circuit`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: baanNL: kringNL: rotondeNL: schakeling