Vertalingen broeder NL>FR
de broeder
zelfst.naamw. (m.)
| Uitspraak: | [ˈbrudər] |
| Verbuigingen: | -s (meerv.) |
1) verpleger in een ziekenhuis -
infirmier (le ~) | Op deze afdeling werken geen broeders. - Dans ce service il n'y a pas d'infirmiers. |
2) broer -
frère (le ~) | Ben ik mijn broeders hoeder? - Suis-je le gardien de mon frère? |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| de broeder (m) | frère (m) ; religieux (znw.) ; pasteur (m) ; moniale (v) ; moine (m) ; ministre du culte (m) ; infirmier (m) ; homme d'Eglise (m) ; garde-malade (m) ; frangin (m) ; ecclésiastique (znw.) ; couventine (v) ; confrère (m) ; cénobite (v) ; ambulancier (m) |
| broeder | couveuse ; incubateur ; frère |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `broeder`
Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: bedienaar van de godsdienstNL: broerNL: fraterNL: geestelijkeNL: hulpNL: kloosterlingNL: lekenbroederNL: medemensNL: verplegerNL: ziekenbroederUitdrukkingen en gezegdes
NL: half
broeder
FR: demi-frère (de même père)
