Vertalingen bollen NL>FR
bollen (ww.) | bomber (ww.) ; bouffer (ww.) ; enfler (ww.) ; grossir (ww.) ; se ballonner (ww.) ; se gonfler (ww.) |
het bollen | boules (v) ; sphères (v) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `bollen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: ballenNL: opbollenNL: puilen