het bod

zelfst.naamw.

Uitspraak:

[bɔt]

1) voorstel voor een geldbedrag - offre (la ~)

een bod doen op een huis - faire une offre pour une maison

2) deel van de uitdrukking: -

aan bod komen (=aan de beurt komen; een kans krijgen) - avoir son tour In de vergadering komen de volgende onderwerpen aan bod. - Dans la réunion, les points suivants seront abordés.

© K Dictionaries Ltd.

het bod	enchère (v) ; invitation (v) ; mise (v) ; motion (v) ; offerte (v) ; offre (v) ; proposition (v) ; requête (v) ; surenchère (v)
BOD (Afkorting)	DOD (Afkorting)
bod	souscription

Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.




NL: inzet
NL: motie
NL: propositie
NL: voorstdoen
NL: voorstel
NL: voorstel doen

NL: vast bod FR: offre ferme
NL: vrijblijvend bod FR: offre sans engagement
NL: hoger bod FR: enchère, surenchère (la)
NL: een bod doen FR: offrir
NL: een bod doen op FR: miser sur
NL: zijn bod verhogen FR: enchérir, surenchérir