Vertalingen besluipen NL>FR
besluipen (ww.) | approcher en rampant (ww.) ; ramper vers (ww.) ; s'approcher subrepticement (ww.) ; se glisser vers (ww.) |
het besluipen | point d'appui (v) ; prise (v) |
besluipen | s'approcher doucement |
Bronnen: interglot; Trueterm
Voorbeeldzinnen met `besluipen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: bekruipenNL: tijgeren