Vertalingen benauwen NL>FR
benauwen (ww.) | angoisser (ww.) ; effrayer (ww.) ; étouffer (ww.) ; inquiéter (ww.) ; oppresser (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `benauwen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: beangstigenNL: beklemmenNL: kwellen