Vertalingen baas NL>FR
de baas
zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak: | [bas] |
Verbuigingen: | bazen (meerv.) |
de bazin
zelfst.naamw. (v.)
Uitspraak: | [baˈzɪn] |
Verbuigingen: | -nen (meerv.) |
1) iemand die de leiding heeft -
patron/-onne (le/la ~) er kan er maar één de baas zijn - il ne peut y avoir qu'un seul maître à bord |
iemand de baas zijn (=iets beter kunnen dan de ander) - être plus fort que quelqu'un
|
de baas spelen (=doen alsof je de leider bent) - faire le petit chef
|
2) eigenaar -
patron/-onne de baas van de winkel - le patron du commerce de baas van het hondje - le maître du chiot |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de baas (m) | chef (m) ; commandant (m) ; directeur (znw.) ; mentor (m) ; parrain (m) ; principal (znw.) ; seigneur (m) ; souverain (znw.) |
de baas | le patron |
baas | agent de maîtrise ; bonhomme ; chef d'atelier ; maître |
Bronnen: interglot; Horecagids; Download IATE, European Union, 2017.; Omegawiki.org
Voorbeeldzinnen met `baas`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: baasjeNL: beheerserNL: bevelhebberNL: bolleboosNL: chefNL: directeurNL: eigenaarNL: gebieNL: gebiederNL: hoofdUitdrukkingen en gezegdes
NL: de
baas
FR: le patronNL: aardige
baas
FR: un vrai gaillard, un garçon amusantNL: Iemand de
baas worden
FR: avoir raison de quelqu'unNL: hij is zijn eigen
baas
FR: il est son (propre) maître, il ne dépend de personneNL: zijn zenuwen waren hem de
baas
FR: il s'est énervéNL: ze konden de toestand niet meer
baas
FR: ils étaient débordés par la situationNL: de
baas spelen
FR: faire la loi, commander en maîtreNL: er is altijd
baas boven
baas
FR: on trouve toujours son maîtreNL: wel,
baasje
FR: eh bien, mon (petit) bonhommeNL: dat is een
baasje
FR: il n'a pas froid aux yeux