Vertaal
Naar andere talen: • anticiperen > DEanticiperen > ENanticiperen > ES
Vertalingen anticiperen NL>FR
anticiperen (ww.) anticiper (ww.) ; anticiper sur (ww.)
het anticiperen anticipation (v)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `anticiperen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: prejudiciëren
NL: verwachten
NL: vooruitkijken
NL: vooruitlopen