Vertaal
Naar andere talen: • afsnauwen > DEafsnauwen > ENafsnauwen > ES
Vertalingen afsnauwen NL>FR
afsnauwen (ww.) aboyer contre (ww.) ; engueuler (ww.) ; rabrouer (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `afsnauwen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: afbekken
NL: afblaffen
NL: snauwen
NL: toebijten
NL: toesnauwen
NL: uitvallen tegen