Vertalingen afschepen NL>FR
afschepen (ww.) | détourner (ww.) ; éconduire (ww.) ; refuser (ww.) ; rejeter (ww.) ; renvoyer (ww.) ; repousser (ww.) |
afschepen | dissuader |
Bronnen: interglot; Trueterm
Voorbeeldzinnen met `afschepen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afwimpelenNL: wegsturen