Vertalingen afrijden NL>FR
afrijden (ww.) | conduire en bas (ww.) ; descendre (ww.) |
afrijden | descendre en voiture |
Bronnen: interglot; Trueterm
Voorbeeldzinnen met `afrijden`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: omlaagrijdenUitdrukkingen en gezegdes
NL: Iemand een been
afrijden
FR: écraser la jambe à quelqu'unNL: (een weg)
afrijden
FR: descendre, franchir, parcourir