Vertalingen afknellen NL>FR
afknellen (ww.) | arracher (ww.) ; étêter (ww.) ; mettre quelqu'un sur la sellette (ww.) ; se coincer le doigt dans la porte (ww.) ; se prendre le doigt dans la porte (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `afknellen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afklemmenNL: afknijpen