Vertalingen afgrazen NL>FR
afgrazen (ww.) | manger de l'herbe (ww.) ; paître (ww.) |
afgrazen | brouter |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `afgrazen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: grasetenNL: grazenNL: weiden