Vertalingen accentueren NL>FR
accentueren (ww.) | accentuer (ww.) ; accroître (ww.) ; appuyer sur (ww.) ; commenter (ww.) ; éclaircir (ww.) ; expliquer (ww.) ; exposer (ww.) ; faire ressortir (ww.) ; insister (ww.) ; marteler (ww.) ; mettre l'accent sur (ww.) ; souligner (ww.) |
accentueren | mettre en évidence ; mettre en valeur |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `accentueren`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: beklemtonenNL: belichtenNL: benadrukkenNL: ophelderenNL: opklarenNL: toelichtenNL: verduidelijkenNL: verhelderenNL: verklaren