Vertalingen aanstaand NL>FR
aanstaand
bijv.naamw.
1) eerstvolgend -
prochain/-aine Aanstaande maandag is een vrije dag. - Le lundi de la semaine prochaine est un jour de congé. |
2) die het genoemde wordt -
futur/-e een bijeenkomst voor aanstaande vaders en moeders - une réunion pour futurs parents |
mijn aanstaande (=degene met wie ik ga trouwen) - mon fiancé / ma fiancée
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
aanstaand | apprenti ; en herbe ; entendu ; futur ; proche ; prochain |
Bronnen: interglot; ICT-Woordenboek
Voorbeeldzinnen met `aanstaand`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aankomendNL: eerstkomendNL: eerstvolgendNL: komendNL: toekomendNL: toekomstigNL: toekomstige