Vertalingen aankaarten NL>FR
aankaarten (ww.) | aborder (ww.) ; avancer (ww.) ; citer (ww.) ; entamer (ww.) ; inaugurer (ww.) ; invoquer (ww.) ; lancer (ww.) ; ouvrir (ww.) ; prendre d'assaut (ww.) ; proposer (ww.) ; s'achever (ww.) ; s'avancer (ww.) ; s'envoler (ww.) ; soulever (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `aankaarten`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aanknopenNL: aansnijdenNL: aanvoerenNL: entamerenNL: gesprek aanknopenNL: op tafel leggenNL: openenNL: opperenNL: opwerpenNL: starten