Vertaal
Naar andere talen: • zon > DEzon > ENzon > ES
Vertalingen zon NL>FR

zon

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [zɔn]
Verbuigingen:  -nen (meerv.)

ster die de planeten om zich heen verlicht en verwarmt - soleil (le ~)
zonnestelsel - système solaire
De zon komt op om 6.45 uur en gaat onder om 18.30 uur. - Le Soleil se lève à 6 h 45 et se couche à 18 h 30.
in de zon zitten - s'être mis au soleil
uitdrukking in het zonnetje zetten

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
de zon (v) soleil (m)
zon étoile
Bronnen: interglot; Omegawiki.org


Voorbeeldzinnen met `zon`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: blijdschap
NL: zonlicht