Vertalingen zwenken NL>FR
zwenken
werkw.
Uitspraak: | [ˈzwɛŋkə(n)] |
Verbuigingen: | zwenkte (verl.tijd ) heeft, is gezwenkt (volt.deelw.) |
een draaiende beweging maken -
virer , tourner De auto voor me zwenkte ineens naar de andere baan. - La voiture devant moi a tout à coup changé de voie de circulation. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
zwenken (ww.) | flotter (ww.) ; virer (ww.) ; vaciller (ww.) ; tressauter (ww.) ; tourner (ww.) ; tituber (ww.) ; sursauter (ww.) ; secouer (ww.) ; se déporter (ww.) ; se balancer (ww.) ; s'écarter brusquement (ww.) ; s'écarter (ww.) ; osciller (ww.) ; obliquer (ww.) ; fluctuer (ww.) ; faire volte-face (ww.) ; détourner (ww.) ; chanceler (ww.) ; cahoter (ww.) ; brimbaler (ww.) ; bercer (ww.) ; balancer (ww.) ; agiter (ww.) |
het zwenken | rotation (v) ; conversions (v) |
zwenken | balayage ; pivotement ; panoramique ; mise en virage |
Bronnen: Wikipedia; interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `zwenken`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afzwenkenNL: draaienNL: heen en weer zwaaienNL: kerenNL: omdraaienNL: opzij gaanNL: ronddraaienNL: slingerenNL: uitwijkenNL: wenden