Vertalingen zwemmen NL>FR
zwemmen
werkw.
Uitspraak: | [ˈzwɛmə(n)] |
Verbuigingen: | zwom (verl.tijd ) heeft, is gezwommen (volt.deelw.) |
in het water voortbewegen -
nager Vissen zwemmen vaak in grote groepen bij elkaar. - Les poissons nagent souvent ensemble dans de grands groupes. diploma reddend zwemmen - brevet de sauveteur rugzwemmen - (la) nage sur le dos |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
zwemmen (ww.) | faire de la natation (ww.) ; nager (ww.) ; se baigner (ww.) |
het zwemmen | la nage ; natation (v) |
zwemmen | flotter |
Bronnen: interglot; Diving dictionary
Voorbeeldzinnen met `zwemmen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: badenNL: crawlenNL: watersportNL: zwemsport