Vertalingen zaaien NL>FR
zaaien
werkw.
Uitspraak: | [ˈzajə(n)] |
Verbuigingen: | zaaide (verl.tijd ) heeft gezaaid (volt.deelw.) |
1) zaad over de grond verspreiden zodat er nieuwe planten uit kunnen groeien -
semer gras zaaien - semer du gazon |
dun gezaaid zijn (=weinig voorkomen) - être clairsemé
|
2) laten ontstaan -
créer tweedracht zaaien - semer la discorde/division |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
zaaien (ww.) | épandre (ww.) ; éparpiller (ww.) ; saupoudrer (ww.) ; semer (ww.) |
het zaaien | le ensemencement |
zaaien | semis |
Bronnen: interglot; ICT-Woordenboek; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `zaaien`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: bezaaienNL: de kiem leggen vanNL: inzaaienNL: strooienNL: teweegbrengenNL: veroorzakenUitdrukkingen en gezegdes
NL: dun gezaaid
FR: clairsemé