Vertaal
Vertalingen zelfvertrouwen NL>FR
[ˈzɛlfərtrɑuwə(n)]

1 gevoel dat je niemand anders nodig hebt om te bereiken wat je wilt - confiance (la ~(v)) en soi - assurance (la ~(v))

  `zelfvertrouwen uitstralen`
  montrer de l'assurance


© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
het zelfvertrouwen amour-propre ; assurance (v) ; certitude (v) ; estime de soi
zelfvertrouwen aplomb ; confiance en soi (v)
Bronnen: Wikipedia; interglot; Trueterm


Voorbeeldzinnen met `zelfvertrouwen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: stelligheid
NL: vastberadenheid
NL: zekerheid
NL: zelfverzekerdheid

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: vol zelfvertrouwen FR: assuré