Vertaal
Naar andere talen: • wie > DEwie > ENwie > ES
Vertalingen wie NL>FR

wie

pronoun
Uitspraak:  [wi]

1) welke persoon - qui
Wie heeft de wedstrijd gewonnen? - Qui a gagné le match?

2) <woord waarmee je refereert aan een persoon die je al eerder hebt genoemd>
- qui
De man aan wie ik denk. - L'homme à qui / auquel je pense.
uitdrukking Wie wil, mag komen.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
wie à qui ; celui qui ; qui ; quiconque ; tout qui
Bronnen: Trueterm; ICT-Woordenboek; Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `wie`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: iemand
NL: welk

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: wie ook FR: quiconque, qui que ce soit
NL: (tel.) met wie? FR: c'est de la part de qui? qui est à  l'appareil?