Vertaal
Naar andere talen: • uitroepen > DEuitroepen > ENuitroepen > ES
Vertalingen uitroepen NL>FR
uitroepen (ww.) hurler (ww.) ; vociférer (ww.) ; tousser fort (ww.) ; tonner (ww.) ; tempêter (ww.) ; se déchaîner (ww.) ; s'exclamer (ww.) ; pousser de cris aigus (ww.) ; mugir (ww.) ; japper (ww.) ; bêler (ww.) ; gueuler (ww.) ; gronder (ww.) ; fulminer (ww.) ; faire rage (ww.) ; crier (ww.) ; criailler (ww.) ; brailler (ww.) ; bouillonner (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `uitroepen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: afkondigen
NL: brullen
NL: gillen
NL: het uitgillen
NL: huldigen
NL: uitbrullen
NL: uitgillen
NL: uitkrijsen
NL: uitschreeuwen

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: uitroepen tot FR: proclamer