Vertaal
Naar andere talen: • uitdragen > DEuitdragen > ENuitdragen > ES
Vertalingen uitdragen NL>FR
uitdragen (ww.) achever (ww.) ; disséminer (ww.) ; mener vers la fin (ww.) ; proclamer (ww.) ; répandre (ww.) ; terminer (ww.) ; transmettre (ww.)
Bronnen: interglot; Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `uitdragen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: een boodschap uitdragen
NL: prediken
NL: ten einde dragen
NL: verkondigen
NL: voldragen

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: iets uitdragen FR: porter des messages