Vertalingen temperen NL>FR
temperen
werkw.
| Uitspraak: | [ˈtɛmpərə(n)] |
| Verbuigingen: | temperde (verl.tijd ) heeft getemperd (volt.deelw.) |
zorgen dat iets minder of zwakker wordt -
tempérer , modérer | de hooggespannen verwachtingen temperen - tempérer les immenses espoirs |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| temperen (ww.) | adoucir (ww.) ; apaiser (ww.) ; calmer (ww.) ; étouffer (ww.) ; modérer (ww.) ; réprimer (ww.) ; soulager (ww.) ; tempérer (ww.) |
| temperen | braise ; malléabilisation ; recuisson ; tisefroid ; trempe ; tremper et revenir |
Bronnen: Wikipedia; interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `temperen`
Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afremmenNL: dempenNL: hardenNL: matigenNL: stalenNL: zich matigen
