Vertalingen stoel NL>FR
de stoel
zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak: | [stul] |
Verbuigingen: | -en (meerv.) |
meubel met poten en een rugleuning waarop één persoon kan zitten -
chaise (la ~) kinderstoel - chaise d'enfant klapstoel - strapontin tuinstoel - chaise de jardin leunstoel - fauteuil |
niet onder stoelen of banken steken (=openlijk en duidelijk (iets) laten merken) - ne pas faire mystère de
Hij stak zijn ontevredenheid niet onder stoelen of banken. - Il n'a pas fait mystère de son mécontentement.
|
op iemands stoel gaan zitten (=de rol van iemand overnemen terwijl dat niet de bedoeling is) - empiéter sur les prérogatives de quelqu'un
Zij gaat steeds op de stoel van haar chef zitten en commandeert haar collega's. - Elle empiète tout le temps sur les prérogatives de son chef et donne des ordres à ses collègues.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de stoel (m) | chaise (v) ; fauteuil (m) ; siège (m) |
stoel | chaise ; siège ; souche mère |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `stoel`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: gestoelteNL: zetelUitdrukkingen en gezegdes
NL: de Heilige Stoel
FR: le Saint-SiègeNL: stoel met verstelbare leuning
FR: siège (le) transformable