snaar

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[snar]
Verbuigingen:	snaren (meerv.)

1) elk van de gespannen draden op bepaalde muziekinstrumenten ^muziek - corde (la ~)

de snaren van een viool - les cordes d'un violon

een gevoelige snaar raken (=(iets) zeggen dat bij iemand gevoelig overkomt) - toucher la corde sensible

2) elk van de gespannen draden op een tennisracket ^sport - corde (la ~)

nieuwe snaren op je racket laten zetten - faire corder sa raquette

© K Dictionaries Ltd.

de snaar	corde (v)
snaar	corde harmonique ; corde sonore ; cordelette

Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.




NL: draad
NL: riem

NL: de gevoelige snaar aanraken FR: toucher (of trouver) la corde sensible
NL: alles op haren en snaren zetten FR: jouer le tout pour le tout