Vertalingen rede NL>FR
rede
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈredə] |
Verbuigingen: | -s (meerv.) |
1) tekst die je voor een groep mensen uitspreekt -
discours (le ~), allocution (la ~) een rede houden - faire/prononcer un discours afscheidsrede - discours d'adieu |
iemand in de rede vallen (=iemand onderbreken als hij of zij praat) - couper la parole à quelqu'un
|
2) verstand, denkvermogen -
raison (la ~) Verbuigingen: | g.mv. (meerv.) |
niet voor rede vatbaar zijn (=onredelijk zijn) - ne pas se laisser raisonner
|
het ligt in de rede dat... (=het is te verwachten dat...) - il est normal de penser que...
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de rede | allocution (v) ; capacité intellectuelle (v) ; compréhension (v) ; discours (m) ; esprit (m) ; faculté intellectuelle (v) ; intellect (m) ; intelligence (v) ; pouvoir intellectuel (m) ; raison (v) |
rede (c) | havre (m) |
rede | allocution ; exposé ; rade |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `rede`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: ankerplaatsNL: betoogNL: bewustzijnNL: billijkheidNL: breinNL: denkvermogenNL: geestvermogenNL: intellectNL: inzichtNL: lezingUitdrukkingen en gezegdes
NL: op de
rede van
FR: en rade deNL: naar
rede luisteren
FR: entendre raisonNL: in de
rede vallen
FR: interrompre, couper la parole à NL: tot
rede brengen
FR: ramener (quelqu'un) à la raison