Vertalingen radio NL>FR
de radio
zelfst.naamw. (m.)
| Uitspraak: | [ˈradijo] |
| Verbuigingen: | -'s (meerv.) |
1) apparaat dat geluidsgolven opvangt en hoorbaar maakt -
radio (la ~), poste de radio (le ~) | de radio afzetten - éteindre/fermer la radio |
2) zender die programma's uitzendt -
radio (la ~) bij de radio werken - travailler à la radio
Radio 3 - (la chaîne/station) Radio 3 |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| de radio (m) | appareil radio (m) ; radio (m) ; transistor (m) |
| radio | radio |
Bronnen: interglot; Omegawiki.org; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `radio`
Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: omroepNL: ontvangtoestelNL: radioprogrammaNL: radiotoestelNL: telefonieNL: tv-distributieNL: uitzendingUitdrukkingen en gezegdes
NL: voor de
radio zingen
FR: chanter devant le microNL: de
radio afzetten
FR: fermer l'appareil
