1. MWB
  2. Vertalen
  3. praktisch (NL>FR)
Vertaal
Naar andere talen: • praktisch > DE • praktisch > EN • praktisch > ES
Vertalingen praktisch NL>FR

I praktisch

bijv.naamw.
Uitspraak:  [ˈprɑktis]

1) als het met de praktijk te maken heeft - pratique
Na elke theorieles volgen praktische opdrachten. - Chaque cour théorique est suivi d'exercices pratiques.

2) eenvoudig en doeltreffend - pratique
een praktisch ingerichte keuken - une cuisine pratique


II praktisch

bijwoord
Uitspraak:  [ˈprɑktis]

bijna helemaal - pratiquement
We kunnen wel weer naar buiten, want het is praktisch droog. - Nous pouvons sans doute ressortir, car il fait pratiquement sec.
[ˈprɑktis]

1 als het met de praktijk te maken heeft - pratique

  `Na elke theorieles volgen praktische opdrachten.`
  Chaque cour théorique est suivi d'exercices pratiques.



2 ( handig) eenvoudig en doeltreffend - pratique

  `een praktisch ingerichte keuken`
  une cuisine pratique


© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
praktisch concret ; dans la pratique ; en pratique ; pratique ; utilisable ; pratique ; pratiquement
Bronnen: interglot; ICT-Woordenboek


Voorbeeldzinnen met `praktisch`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: bijna
NL: bruikbaar
NL: Doelmatig
NL: Effici
NL: efficiënt
NL: feitelijk
NL: handig
NL: in de praktijk
NL: nuttig
NL: verstandig