Vertalingen portier NL>FR
I het portier
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [pɔrˈtir] |
Verbuigingen: | -en (meerv.) |
deur van een auto -
portière (la ~) II de portier
zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak: | [pɔrˈtir] |
Verbuigingen: | -s (meerv.) |
iemand die als beroep de wacht houdt bij de ingang van een gebouw -
gardien/-ienne (le/la ~), portier/-ière (le/la ~), concierge (le/la ~) [pɔrˈtir] [mv: portiers]1 iemand die als beroep de wacht houdt bij de ingang van een gebouw - gardien/-ienne (le ~(m) en la ~(v))
portier/-ière (le ~(m) en la ~(v))
concierge (le ~(m) en la ~(v))
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
het portier | huis (m) ; porte (v) |
de portier (m) | concierge (m) ; garde (v) ; gardien (m) ; gardien d'immeuble (v) ; huissier (m) ; surveillant (m) ; veilleur (m) ; videur (m) |
portier | portier |
Bronnen: Wikipedia; interglot; cibg.be; Horecagids
Voorbeeldzinnen met `portier`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: autodeurNL: bewakerNL: conciërgeNL: deurwachterNL: suppoostNL: wacht