Vertaal
Naar andere talen: • ontrafelen > DEontrafelen > ENontrafelen > ES
Vertalingen ontrafelen NL>FR
ontrafelen (ww.) débrouiller (ww.) ; déchiffrer (ww.) ; décortiquer (ww.) ; découvrir (ww.) ; décrypter (ww.) ; démêler (ww.) ; dénouer (ww.) ; dérober (ww.) ; explorer (ww.) ; résoudre (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `ontrafelen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: ontcijferen
NL: ontknopen
NL: ontraadselen
NL: ontwarren
NL: oplossen
NL: uit de war halen
NL: uit elkaar halen
NL: uitpluizen
NL: uitrafelen
NL: uitvezelen