Vertalingen ontzeggen NL>FR
ontzeggen
werkw.
Uitspraak: | [ɔntˈsɛxə(n)] |
Verbuigingen: | ontzegde, ontzei (verl.tijd ) heeft ontzegd (volt.deelw.) |
1) zeggen dat iemand iets niet (meer) mag -
interdire , refuser iemand de toegang tot het stadion ontzeggen - interdire à quelqu'un l'accès au stade iemand de rijbevoegdheid ontzeggen - retirer à quelqu'un le permis de conduire |
2) deel van de uitdrukking: -
talent kan haar niet ontzegd worden (=zij heeft beslist talent) - on ne peut lui dénier (à elle) un certain talent
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
ontzeggen (znw.) | interdiction (v) ; privation (v) ; refus (m) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `ontzeggen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: onthoudenUitdrukkingen en gezegdes
NL: zich iets
ontzeggen
FR: se refuser qc, se priver de qc.