Vertalingen overleven NL>FR
overleven
werkw.
Uitspraak: | [ovərˈlevə(n)] |
Verbuigingen: | overleefde (verl.tijd ) heeft overleefd (volt.deelw.) |
blijven leven na een gebeurtenis waaraan je dood had kunnen gaan -
survivre à een vliegtuigongeluk overleven - survivre à un accident d'avion |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
overleven (ww.) | survivre (ww.) |
het overleven | survie (v) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `overleven`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: handhavenNL: in leven blijvenNL: overblijvenNL: trotserenNL: voortbestaanNL: voortleven