Vertalingen oplappen NL>FR
oplappen
werkw.
Uitspraak: | [ˈɔplɑpə(n)] |
Verbuigingen: | lapte op (verl.tijd ) heeft opgelapt (volt.deelw.) |
niet grondig herstellen -
rafistoler tweedehands auto's oplappen en doorverkopen - rafistoler des voitures d'occasion et les revendre |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
oplappen (ww.) | arranger (ww.) ; pratiquer (ww.) ; réconforter (ww.) ; rehausser (ww.) ; relever (ww.) ; remonter (ww.) ; réparer (ww.) ; s'envoler (ww.) ; se rafraîchir (ww.) ; se remettre (ww.) ; soulever (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `oplappen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: dokterenNL: lappenNL: opkalefaterenNL: opknappenNL: opvijzelenNL: reparerenNL: sleutelen