Vertalingen ook NL>FR
ook
bijwoord
1) <woord waarmee je aangeeft dat nog iets of iemand anders komt of meetelt>
-
aussi , également De buren aan de overkant doen ook mee. - Les voisins d'en face participent, eux aussi Een eend kan alles: zwemmen, vliegen en ook nog een beetje lopen. - Le canard est capable de tout faire: nager, voler et aussi marcher un petit peu. |
2) deel van de uitdrukking: -
hoe dan ook (=in ieder geval) - quoi qu'il en soit / de toute façon
We gaan hoe dan ook naar Frankrijk deze zomer, maar we weten nog niet wanneer precies. - Quoi qu'il en soit, nous irons en France cet été, mais nous ne savons pas encore exactement quand.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
ook | ainsi que ; aussi ; autant ; de la même manière ; de même que ; également ; et aussi ; pareil ; inclus ; avec ça ; de même ; de plus ; même ; y compris |
Bronnen: interglot; ICT-Woordenboek; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `ook`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: alsmedeNL: alsookNL: bepaaldNL: bovendienNL: daarnaastNL: desgelijksNL: dienovereenkomstigNL: ditoNL: echterNL: evenalsUitdrukkingen en gezegdes
NL: ook al (deed hij)
FR: encore que (met subj.)NL: zij
ook al
FR: elle aussiNL: ook niet
FR: pas non plusNL: het is
ook wat!
FR: la belle affaire!NL: hoe heet hij
ook weer?
FR: comment s'appelle-t-il donc?NL: hij heeft het
ook gedaan
FR: il en a fait autantNL: dat is waar
ook
FR: c'est pourtant vrai, en effetNL: o ja, dat is waar
ook
FR: j'y songeNL: dat is
ook zo
FR: c'est cela, c'est vraiNL: hij is altijd opgeruimd, zij houdt dan
ook veel van hem
FR: il est toujours gai, aussi l'aime-t-elle beaucoup