Vertaal
Naar andere talen: • neerschieten > DEneerschieten > ENneerschieten > ES
Vertalingen neerschieten NL>FR
neerschieten (ww.) abattre (ww.) ; décharger (ww.) ; descendre (ww.) ; flinguer (ww.) ; fusiller (ww.) ; tirer au fusil sur (ww.) ; tirer sur (ww.) ; tuer (ww.)
het neerschietenle abattage ; fait de flinguer (m) ; fait de tirer (m) ; fait de tuer (m)
Bronnen: interglot; ICT-Woordenboek


Voorbeeldzinnen met `neerschieten`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: doden
NL: doodschieten
NL: neerleggen
NL: overhoopschieten
NL: schieten op