de liefde

zelfst.naamw. (v.)

Uitspraak:	[ˈlivdə]
Verbuigingen:	-n (meerv.)

gevoel dat je van iemand houdt, of gevoel dat je iets erg fijn vindt - amour (le ~)

iemand je liefde verklaren - déclarer son amour / faire sa déclaration à quelqu'un met veel liefde je werk doen - faire son travail avec énormément de plaisir

de liefde bedrijven (=seks hebben) - faire l'amour

betaalde liefde (=prostitutie) - amour vénal

© K Dictionaries Ltd.

de liefde (v)

affection (v) ; amour (m) ; tendresse (v)

Bron: interglot




NL: belangstelling
NL: gehechtheid
NL: genegenheid
NL: innigheid
NL: toewijding

NL: christelijke liefde FR: charité (chrétienne)
NL: liefde tot FR: amour de
NL: liefde opvatten voor FR: concevoir de l'amour pour
NL: uit liefde FR: par amour
NL: liefde op het eerste gezicht FR: coup (le) de foudre