Vertalingen leeftijd NL>FR
leeftijd
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈleftɛit] |
Verbuigingen: | -en (meerv.) |
periode dat iemand leeft of iets bestaat -
âge (le ~) op twintigjarige leeftijd gaan samenwonen - commencer à vivre en concubinage à l'âge de vingt ans op hoge leeftijd doodgaan - mourir à un âge avancé een film voor alle leeftijden - un film pour tous |
op leeftijd (=oud) - d'âge
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de leeftijd (m) | âge (m) |
leeftijd | âge ; âge de la victime ; année d'âge |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `leeftijd`

Voorbeeldzinnen laden....
Uitdrukkingen en gezegdes
NL: Iemand op
leeftijd
FR: une personne d'âgeNL: ik heb de
leeftijd
FR: l'âge est là NL: de
leeftijd hebben om
FR: être en âge de