de kost

zelfst.naamw. (m.)

Uitspraak:

[kɔst]

voedsel - aliment (le ~), nourriture (la ~)

Zuurkool met worst is zware kost. - La choucroute à la saucisse est un plat indigeste.

kost en inwoning (=voedsel en woonruimte) - le gîte et le couvert / le vivre et le couvert werken tegen kost en inwoning - avoir le vivre et le couvert moyennant son travail

de kost verdienen (=geld verdienen voor je levensonderhoud) - gagner sa vie / son pain

© K Dictionaries Ltd.

de kost (m)	alimentation (v) ; aliments (m) ; dépenses (v) ; entretien (m) ; frais (m) ; nourriture (v) ; plat (znw.) ; sustentation (v)
kost	la charge ; coût ; coût (m) ; coûts (mv.) ; la dépense

Bronnen: interglot; ICT-Woordenboek; Download IATE, European Union, 2017.; Wikipedia




NL: brood
NL: eten
NL: kosten
NL: onderhoud
NL: onderhoudsgeld
NL: onkosten
NL: spijziging
NL: uitgaaf
NL: uitgaven
NL: voeding

NL: oude kost FR: du réchauffé
NL: kost en inwoning FR: le logement et la table
NL: werken tegen kost en inwoning FR: travailler au pair
NL: de kost verdienen FR: gagner la vie, (spreektaal) gagner sa croûte
NL: in de kost FR: en pension
NL: ten koste van FR: aux dépens de
NL: ten koste leggen aan FR: dépenser pour
NL: ten koste van zijn leven FR: au prix de sa vie