het karakter

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[kaˈrɑktər]
Verbuigingen:	-s (meerv.)

1) wat iemand of iets kenmerkt - caractère (le ~)

Zij heeft een opgewekt karakter. - Elle a un caractère enjoué. het historische karakter van de binnenstad - le caractère historique du centre-ville

met/van karakter (=met een sterke persoonlijkheid of eigen aard) - de caractère een man van karakter - un homme de caractère

2) letter, teken of symbool in tekst - caractère (le ~)

De tekst mag niet langer zijn dan 1000 karakters. - Le texte ne peut pas dépasser 1 000 caractères. Chinese karakters - des carcatères chinois

© K Dictionaries Ltd.

het karakter	buste (m) ; caractère (m) ; lettre (v) ; personnage (m) ; poitrine (v) ; signe graphique (m)
karakter	caractère ; caractéristique

Bronnen: interglot; Omegawiki.org; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.




NL: aard
NL: geaardheid
NL: gemoed
NL: inborst
NL: inslag
NL: letter
NL: letterteken
NL: mentaliteit
NL: natuur
NL: persoonlijkheid

NL: eigen karakter FR: spécificité (la)
NL: geen karakter hebben FR: manquer de caractère
NL: een slecht karakter hebben FR: avoir un mauvais fond