jeugd

zelfst.naamw.

Uitspraak:

[jøxt]

1) tijd dat je jong bent - jeunesse (la ~)

In mijn jeugd zwom ik vaak in zee. - Dans ma jeunesse, j'allais souvent nager dans la mer.

2) jonge mensen - jeunesse (la ~), jeunes (le ~)

Dat is kleding voor de jeugd, niet voor veertigers. - Ce sont des vêtements pour les jeunes, pas pour les quadras.

© K Dictionaries Ltd.

de jeugd	enfance (v) ; fraîcheur (v) ; jeunes (m) ; jeunes gens (m) ; jeunesse (v) ; vigueur (v)
jeugd	jeunes de moins de 15 ans ; jeunesse

Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.




NL: jeugdigheid
NL: jeugdjaren
NL: jongelui
NL: jongeren
NL: kinderjaren
NL: kindertijd

NL: studerende jeugd FR: jeunesse des écoles
NL: ontspoorde jeugd FR: jeunesse désaxée
NL: tweede jeugd FR: seconde jeunesse
NL: van zijn vroegste jeugd af FR: dès sa plus tendre jeunesse
NL: rijpere jeugd FR: adolescence (la)
NL: bron van eeuwige jeugd FR: fontaine (la) de jouvence