Vertalingen interieur NL>FR
[ɪntəriˈjør] [mv: interieurs]1 ( inrichting) hoe een gebouw of voertuig er van binnen uit ziet - intérieur (le ~(m))
`van een modern interieur houden`
aimer les intérieurs modernes
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
het interieur | le habitacle ; intérieur (znw.) |
interieur | la cabine ; équipement |
Bronnen: ICT-Woordenboek; interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `interieur`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: binnenhuisNL: binnenwerkNL: inrichtingNL: vulling