Vertalingen handdoek NL>FR
de handdoek
zelfst.naamw. (m.)
| Uitspraak: | [ˈhɑnduk] |
| Verbuigingen: | -en (meerv.) |
doek om je handen of je lichaam te drogen -
serviette (la ~) | badhanddoek - serviette de bain |
 de handdoek in de ring werpen
(=ermee ophouden) - jeter l'éponge
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| de handdoek (m) | serviette (v) ; serviette de bain (v) |
| de handdoek | la serviette de toilette |
| handdoek | le essuie-mains |
Bronnen: interglot; Europakinderhulp; Horecagids
Voorbeeldzinnen met `handdoek`
Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: droogdoek
