Vertalingen huishouding NL>FR
de huishouding
zelfst.naamw. (v.)
Uitspraak: | [ˈhœyshɑudɪŋ] |
Verbuigingen: | -en (meerv.) |
1) groep personen die samenwonen -
ménage (le ~) eenpersoonshuishouding - ménage de célibataire |
2) werk om je huis opgeruimd en schoon te houden -
ménage (le ~) hulp in de huishouding - aide-ménagère |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de huishouding (v) | ménage (m) |
huishouding | ménage ; unité |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `huishouding`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: familielevenNL: huishoudenNL: inrichtingUitdrukkingen en gezegdes
NL: de
huishouding leren
FR: apprendre à conduire un ménage