Vertalingen hopeloos NL>FR
[ˈhopəlos]1 ( uitzichtloos) als iets niet goed kan aflopen - désespéré/-ée
`De toestand van de patiënt is hopeloos.`
L'état du malade est désespéré.
2
hopeloos verliefd zijn
heel erg verliefd zijn - être éperdument amoureux
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
hopeloos | affolé ; impossible ; sans avenir ; sans espoir ; sans issue ; sans perspective ; abattu ; découragé ; déprimé ; désespéré (m) ; désespérément ; triste |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Trueterm
Voorbeeldzinnen met `hopeloos`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: kansloosNL: reddeloosNL: uitzichtloosNL: wanhopigNL: zonder hoopNL: zonhoop