Vertalingen hoofddoek NL>FR
de hoofddoek
zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak: | [ˈhofduk] |
Verbuigingen: | -en (meerv.) |
doek die je om je hoofd draagt -
foulard (le ~), fichu (le ~) Volgens sommige opvattingen horen vrouwen buitenshuis een hoofddoek te dragen. - Selon certaines convictions, les femmes doivent se couvrir d'un foulard en-dehors de chez elles. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de hoofddoek (m) | châle (m) ; écharpe (v) ; foulard (m) ; turban (m) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `hoofddoek`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: haardoekNL: tulband