Vertalingen gok NL>FR
de gok
zelfst.naamw. (m.)
keer dat je gokt (1) -
coup de poker (le ~) op de gok een broek kopen en thuis passen of die goed zit - acheter un pantalon au hasard / à vue de nez et l'essayer à la maison |
een gokje wagen (=proberen of je geluk hebt) - tenter sa chance / jouer
Ik wil wel een gokje wagen en koop een lot van de loterij. - Je vais tenter ma chance en achetant un billet de la loterie.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de gok (m) | coup d'audace (m) ; jeu de hasard (m) ; pari (m) ; risque (m) |
Bronnen: interglot; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `gok`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: gewaagondernemingNL: kansNL: luifelNL: neusNL: risicoNL: risicovolondernemingNL: waagstuk