de gewoonte

zelfst.naamw. (v.)

Uitspraak:	[xəˈwontə]
Verbuigingen:	-n, -s (meerv.)

wat je meestal doet - habitude (la ~)

Het is mijn gewoonte vroeg op te staan. - J'ai l'habitude de me lever tôt. De zeden en gewoonten van een land. - Les us et coutumes d'un pays.

© K Dictionaries Ltd.

de gewoonte (v)	coutume (v) ; emploi (m) ; habitude (v) ; tradition (v) ; usage (m)
gewoonte	habitude

Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.




NL: aanwensel
NL: gebruik
NL: gewenning
NL: traditie
NL: usance

NL: dat is hier zo de gewoonte FR: c'est l'usage
NL: dat is mijn gewoonte niet FR: ce n'est pas dans mes habitudes
NL: gewoonte worden FR: tourner en habitude
NL: een gewoonte aanleren (afleggen) FR: contracter (quitter) une habitude
NL: ouder gewoonte FR: comme d'habitude
NL: uit gewoonte FR: par habitude